woensdag 17 juli 2013

Zen en het dierenrijk


Zaterdagochtend. Ik vouw mijn was. Klusje in de categorie perpetuum mobile: de centrifuge van mijn wasmachine kondigt de volgende lading alweer aan. Guus, mijn 7-jarige kater, bekijkt me vanuit zijn vaste hangplek in de rotanstoel. Zijn okergele ogen knipperen me bemoedigend toe. Onderbroeken, shirtjes en broeken gaan door mijn handen en verdwijnen in de kledingkast. Zou hij enig idee hebben wat ik aan het doen ben? “Wat heerlijk dat jij je nooit hoeft af te vragen of je er hip bijloopt”, verzucht ik hardop. Guus, bijna in slaap, draait zijn oren naar me toe en begint enthousiast te spinnen. In mijn fantasie hoor ik hem antwoorden: “Vergis je niet. Ook ik heb wel eens een ‘bad-fur-day’.”

Regelmatig vraag ik me af hoe dieren naar de wereld kijken. Zo zag ik ooit een natuurdocumentaire over mierenkolonies in Midden-Amerka. Onvermoeibaar sjouwen deze beestjes 50 keer hun lichaamsgewicht aan bouwmateriaal naar hun nest. En dat over honderden meters. Onvoorstelbaar. Elke grasspriet is een onneembare vesting. Een plotselinge regenbui is voor deze insecten als een luchtaanval in oorlogstijd. Wat voelt een mier als hij in zoveel watergeweld dreigt te verdrinken? Doodsangst? Berusting? Helemaal niets? De programmamakers weten het ook niet, dus vult de commentator naar beste inzicht in wat er in die mierenhoofdjes omgaat. Alsof wij mensen enig idee zouden hebben hoe het is om verpletterd te worden door een regendruppel.

Ook de dierentuin is een plek die zich bij uitstek leent voor filosoferen over de belevingswereld van dieren. Oog in oog met een Oeran Oetan komen er allerlei vragen in me op. “Wie kijkt er hier nu eigenlijk aapjes?”. Of: “Hoe voelt dat nou? Opgesloten in dat hok omdat wij mensen zo nodig naar je willen kijken?” De Oeran Oetan kijkt me indringend aan, maar kan het me niet vertellen. En dat ligt niet alleen aan de geluidsdichte glaswand tussen ons in. Toch lijkt hij niet ontevreden. “Ik zit hier nu eenmaal en ik maak er maar het beste van”, lijkt hij te zeggen. Gulzig werkt hij een stuk appel naar binnen.

De was is gevouwen. Guus rekt zich uit in zijn stoel. Het maakt hem niet uit of ik in joggingbroek rondloop of op pumps, als hij straks zijn eten maar krijgt. Wat heerlijk! Ik heb geen yoga nodig om in het hier en nu te zijn. Een halfuurtje chillen met Guus en ik ben weer helemaal ‘zen’.









woensdag 10 juli 2013

Doe het!

'DOE HET', schreeuwt mijn laatste zelfhulpboek me toe. Wát er gedaan moet worden, vertelt het boek niet. Dat zou natuurlijk ook te makkelijk zijn. Het aanmaken van een blog-account voelt in ieder geval als een goed begin. Mooi. Dan kan het zelfhulpboek nu dicht. Hetzelfde geldt voor mijn laptop. Met eindeloos lezen en fröbelen op de computer kweek ik geen schrijfstof. Ik ben naar buiten. Tot later!