Emoticons. Tot een paar jaar geleden had niemand ervan gehoord. Inmiddels kunnen we niet meer zonder. Wat een fantastische uitvinding! Lekker eerlijk en vrijuit typen dat je collega een eikel is, want een 'smiley' achter de zin voorkomt dat hij zou kunnen denken dat je dit meent. "Geintje!" Je komt echt overal mee weg! Briljant! Hoe deed ik dat vóór het emoticon-tijdperk eigenlijk? Kropte ik toen alle negatieve feedback op? Probeerde ik diplomatiek formulerend de bewuste collega omslachtig aan te moedigen om zich van zijn gezellige kant te laten zien? Wat inefficiënt!
Toch heeft overmatig emoticon-gebruik een keerzijde heb ik gemerkt. Ik kan nauwelijks meer inschatten of mensen een opmerking serieus bedoelen of niet. En het lijkt wel alsof we met zijn allen overgevoelig zijn geworden voor kritiek. Regelmatig hoor ik mezelf excuses aanbieden voor een tekst die ergens in het verkeerde keelgat is geschoten. Maar waarom? Als ik de bewuste passage teruglees, denk ik: "Deze zin kun je toch prima neutraal opvatten?" Maar nee. De relativerende 'smiley' ontbrak. Mijn boodschap móét dus wel bot bedoeld zijn, aldus de ontvanger. Vermoeiend. En ingewikkeld, die emoticon-mores. Mondelinge communicatie is zo gek nog niet. Je verschuilen achter lachende pretgezichtjes is er niet bij. Hoewel, nu ik erover nadenk. Het welbekende 'aanhalingstekens-in-de-lucht'-gebaar kan ook voor behoorlijk wat ruis op de lijn zorgen.
Stof genoeg voor een volgende blog-'post' ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten