Emoticons. Tot een paar jaar geleden had niemand ervan gehoord. Inmiddels kunnen we niet meer zonder. Wat een fantastische uitvinding! Lekker eerlijk en vrijuit typen dat je collega een eikel is, want een 'smiley' achter de zin voorkomt dat hij zou kunnen denken dat je dit meent. "Geintje!" Je komt echt overal mee weg! Briljant! Hoe deed ik dat vóór het emoticon-tijdperk eigenlijk? Kropte ik toen alle negatieve feedback op? Probeerde ik diplomatiek formulerend de bewuste collega omslachtig aan te moedigen om zich van zijn gezellige kant te laten zien? Wat inefficiënt!
Toch heeft overmatig emoticon-gebruik een keerzijde heb ik gemerkt. Ik kan nauwelijks meer inschatten of mensen een opmerking serieus bedoelen of niet. En het lijkt wel alsof we met zijn allen overgevoelig zijn geworden voor kritiek. Regelmatig hoor ik mezelf excuses aanbieden voor een tekst die ergens in het verkeerde keelgat is geschoten. Maar waarom? Als ik de bewuste passage teruglees, denk ik: "Deze zin kun je toch prima neutraal opvatten?" Maar nee. De relativerende 'smiley' ontbrak. Mijn boodschap móét dus wel bot bedoeld zijn, aldus de ontvanger. Vermoeiend. En ingewikkeld, die emoticon-mores. Mondelinge communicatie is zo gek nog niet. Je verschuilen achter lachende pretgezichtjes is er niet bij. Hoewel, nu ik erover nadenk. Het welbekende 'aanhalingstekens-in-de-lucht'-gebaar kan ook voor behoorlijk wat ruis op de lijn zorgen.
Stof genoeg voor een volgende blog-'post' ;-)
woensdag 15 oktober 2014
vrijdag 19 september 2014
People's Climate March
Op zondag 21 september 2014 loop ik mee in de People's Climate March in Amsterdam. Ik sta er zelf van te kijken. Nooit geweten dat ik activistisch was. Waarom dan nu ineens die onbedwingbare behoefte om de straat op te gaan? Omdat thuisblijven simpelweg geen optie is. Alle vezels in mijn lijf schreeuwen dat verandering nú moet. Doen we niets dan botsen we frontaal op een tegemoetkomende bus, denkend dat we vlak voor het moment of impact nog wel eventjes kunnen uitwijken. Totdat we ons realiseren dat we in een krappe tunnelbuis rijden. De laatste afslag die we veilig hadden kunnen nemen, ligt kilometers achter ons.
Ik wil dat niet op mijn geweten hebben. De bui al mijlenver hebben zien hangen, maar niets gedaan om het tij te keren. Hoe leg je zoiets uit? Een ander de schuld geven? Maar ik draai toch zelf ook mee in dit systeem? Dan ben ik toch net zo verantwoordelijk als alle anderen in aangeven dat ik het anders wil?
Mensen zeggen vaak dat de overheid dit maar moet oplossen. Maar zonder een krachtige en collectieve opdracht vanuit de samenleving gaat dit niet gebeuren! Ook van grote bedrijven hoeven we voorlopig geen actie te verwachten. Waarom zouden ze? Wij klanten straffen hun milieuvervuilende gedrag nauwelijks af. Een sense of urgency wordt niet gevoeld.
Het wordt tijd dat we onze proteststem laten horen. Eisen dat het anders moet en zorgen dat het anders gaat. In het stemhokje, in onze dagelijkse consumentenkeuzes en... op straat. Ik loop mee in de People's Climate March om me niet langer enkel deel van het probleem te voelen, maar ook van de oplossing. Om blij te worden van al die andere mensen die, net als ik, structurele verandering willen. Om samen sterk te staan.
Ik wil dat niet op mijn geweten hebben. De bui al mijlenver hebben zien hangen, maar niets gedaan om het tij te keren. Hoe leg je zoiets uit? Een ander de schuld geven? Maar ik draai toch zelf ook mee in dit systeem? Dan ben ik toch net zo verantwoordelijk als alle anderen in aangeven dat ik het anders wil?
Mensen zeggen vaak dat de overheid dit maar moet oplossen. Maar zonder een krachtige en collectieve opdracht vanuit de samenleving gaat dit niet gebeuren! Ook van grote bedrijven hoeven we voorlopig geen actie te verwachten. Waarom zouden ze? Wij klanten straffen hun milieuvervuilende gedrag nauwelijks af. Een sense of urgency wordt niet gevoeld.
Het wordt tijd dat we onze proteststem laten horen. Eisen dat het anders moet en zorgen dat het anders gaat. In het stemhokje, in onze dagelijkse consumentenkeuzes en... op straat. Ik loop mee in de People's Climate March om me niet langer enkel deel van het probleem te voelen, maar ook van de oplossing. Om blij te worden van al die andere mensen die, net als ik, structurele verandering willen. Om samen sterk te staan.
donderdag 18 september 2014
Hoe word ik wie ik ben?
De afgelopen maanden stonden in het teken van zoeken naar werk dat bij me past. Niet vanuit de gedachte wat ik kán, maar vanuit wat ik wíl. Wie ben ik en wat wil ik doen? En hoe ga ik daar komen? Wezenlijke vragen.
vrijdag 22 augustus 2014
Klantcommunicatie: c'est le ton qui fait la musique
We hebben er allemaal wel eens mee te maken: je krijgt een brief van een instantie, die inhoudelijk zo onbegrijpelijk is, dat je geen flauw idee hebt wat erin staat. Of de toon van de boodschap is zó fout dat je acuut de neiging krijgt om de brievenschrijver over zijn bureau heen te trekken. Irritatie. Frustratie. En totaal onnodig. Waarom lukt het sommige organisaties maar niet om de juiste snaar te raken? Een voorbeeld.
Al geruime tijd word ik maandelijks 'verblijd' met een tik-op-de-vingers-brief van de ING Bank. Ik heb daar een hypotheek en een betaalrekening. Mijn ergernis begint al bij het lezen van het onderwerp van de brief: "Achterstand inleg Bankspaarrekening". Hoezo achterstand? Waaruit blijkt dat? Ik weet van niks? Laat het woordje 'Achterstand' weg en ik begin aanzienlijk milder gestemd aan dit stukje ING-proza.
De brief vervolgt met: "Volgens onze gegevens hebben wij de verschuldigde inleg op uw Bankspaarrekening over de maand juli nog niet ontvangen." Verwarrend. Dit suggereert dat er actie van mij wordt verwacht, terwijl de ING Bank dit bedrag automatisch hoort af te schrijven van mijn betaalrekening. Dit blijkt overigens ook uit de zin die erop volgt: "Dit bedrag wordt op 22 augustus 2014 afgeschreven, eventueel samen met de inmiddels lopende nota, van uw Betaalrekening." Nooit geweten dat nota's konden lopen, maar dit terzijde. Waarom het niet is gelukt om het bewuste bedrag af te schrijven, blijft voorlopig een raadsel.
De volgende paragraaf moet de oorzaak daarvan ophelderen. Helaas raak ik afgeleid door de toon, die bij mij prompt in het verkeerde keelgat schiet: "Wilt u ervoor zorgen dat er op die datum voldoende saldo op uw rekening staat? Dan voorkomt u dat uw maandelijkse inleg achter gaat lopen. Dat kan namelijk fiscale gevolgen hebben. Bovendien bestaat het risico dat u aan het einde van de looptijd een restschuld overhoudt." Te weinig saldo op mijn betaalrekening dus. Een lichte paniek overvalt mij. Dat is natuurlijk het laatste wat ik wil: problemen met de fiscus en een restschuld! Maar er klopt iets niet. Er staat meer dan genoeg saldo op mijn betaalrekening! Iets wat de ING Bank, via een simpele interne check, had kunnen constateren. Het probleem zit dus bij de ING Bank zelf, maar dat wordt blijkbaar niet gecontroleerd voordat er een intimiderend schrijven naar de klant gaat. Raar.
De brief is automatisch aangemaakt. Ondertekend met: "Hoogachtend, ING Bank N.V.". Onhandig als je contact wilt opnemen met een ING-medewerker die het dossier kent. Tja, het fenomeen accountmanager is jaren geleden wegbezuinigd. En dus moet je je verhaal, tot vervelends toe, telkens weer opnieuw vertellen. Driewerf zucht. Denken dit eenvoudig recht te kunnen zetten met één telefoontje blijkt hopeloos naïef. Na oeverloos bellen en mailen voel ik me als ING-klant nog steeds een nummer. En elke maand weer die verwijtende, vingerwijzerige dreigbrief op de deurmat. Aaargh, ik voel me niet gehoord! Hoog tijd voor een bijstelling van het ING-klantcommunicatiebeleid. Of een overstap naar een andere bank.
zaterdag 31 mei 2014
Reislust
Het
is mei. Het vakantiegeld is gestort, het breinbreken over de
bestemming ervan begonnen. Wat wordt het dit jaar? Lekker weg in
eigen land of cultuurschok? Afzien op een campingmatje of wegdromen
in een comfortabel bed, zodat een halve hernia me bespaard blijft? Op
vakantie of reizen?
Ik
hoor je denken: "Op vakantie of reizen, is dat niet hetzelfde
dan?" Een hardnekkig misverstand. Er zijn cruciale verschillen.
Zo is 'vakantie' een zelfstandig naamwoord en 'reizen' een werkwoord.
En niet zonder reden. Vormt ontspanning het belangrijkste ingrediënt
van een vakantie, tijdens een reis is uitrusten niet aan de orde.
Sterker nog, het is ongewenst. Als je na een reis relaxt thuiskomt
dan klopt er iets niet. Vrienden met reiservaring kijken je ongelovig
aan. Reizen, dat weten de experts, is namelijk hard werken.
In
dat opzicht kan mijn Argentinië-trip zeker als reis de boeken in.
Want geloof me, Patagonië in twee weken? Ik geef het je te doen.
Zeker als je, zoals ik, ook nog even de grens met Chili oversteekt.
Mijn reisschema liet het eigenlijk niet toe, maar ja, ik was nù in
de buurt. Achteraf gezien een idioot plan. Ik had maar één
wandeldag in natuurpark 'Torres del Paine', met de gelijknamige
bergketen als toeristisch hoogtepunt. Die wandeldag heb ik mezelf in
de stromende regen een berghelling op gestuurd. Al na een halfuur was
ik compleet doorweekt. "Doorlopen", coachte ik mezelf. "Het
betoverende uitzicht gaat dit allemaal goedmaken." Na vier uur
was ik eindelijk boven. Helaas, geen imposante 'Torres' als loon naar
hard werken. Wel een ondoordringbaar wolkendek met nog meer regen.
Gelukkig het fotograferen niet waard; mijn camera bleek inmiddels
verdronken in mijn rugzak.
De
volgende dag teleurgesteld terug naar Argentinië. Waarom had ik me
dit bliksembezoek aan Chili niet gewoon bespaard? Het antwoord op
deze vraag trok aan mijn busraampje voorbij. Een onwaarschijnlijk
surrealistisch landschap. Op de achtergrond de besneeuwde toppen van
de Andes, schitterend verlicht door de goudgele zon. En in de
voorgrond een meer zo glad als een spiegel met daarin honderden
knalroze flamingo's. Ademloos keek ik. Zo'n bizarre combinatie van
flora en fauna had ik nog nooit gezien. Ineens voelde ik me dankbaar.
Ik was op reis!
Ja,
reizen is hard werken. Voortdurend onderweg, van plek naar plek. Je
harde schrijf raakt overbelast van alle nieuwe indrukken. Indrukken
die in alle rust moeten worden verwerkt. Gelukkig leent een weekje
vakantie zich daar uitstekend voor.
Laatste foto voordat mijn camera ter ziele ging |
zaterdag 1 februari 2014
Onderweg
Sinds 3 maanden ben ik werkloos. Ontslagen. Te weinig opdrachten om me aan het werk te houden. De meeste mensen die ik het vertel, reageren geschrokken. Zelf voel ik vooral opluchting. De koek was al geruime tijd op bij mijn oude werkgever. Ik zat daar niet meer op mijn plek. Een mooie kans dus om het roer om te gooien en iets heel anders te gaan doen. Maar hoe moet deze volgende fase in mijn 'grootse en meeslepende leven' eruit gaan zien? Met een loopbaanadviseur ben ik dat aan het uitvinden. Terugkerend thema daarbij is: 'wie ben ik?' Alles in het leven lijkt te draaien om het vinden van het antwoord op deze kernvraag. Zodra ik weet wat mijn essentie is, kan ik mijn koers varen zonder dat het oordeel van anderen me daarvan afbrengt. Klinkt aantrekkelijk.
Inmiddels lukt het me steeds beter om trouw te blijven aan mezelf. Ik durf mijn eigen weg te zoeken al voelt het soms alsof ik met een kapmes een overwoekerd junglepad moet zien te vinden. Een junglepad waarvan ik überhaupt niet weet waar het heen leidt. Af en toe springt er een aap op mijn schouder die me in mijn oor fluistert dat ik de verkeerde kant op ga. Of ik struikel over een boomwortel en val plat op mijn gezicht in de modder. Het valt niet mee om te blijven geloven dat het goed komt. Of om rust te vinden in de gedachte dat het, ook nu al, goed is. Eenzaam is de tocht ook. Ik kan erover praten met vrienden, maar het blijft míjn reis. Toch heeft dat ook iets moois: ik ben de enige die dit specifieke pad aflegt. En onderweg schijnt soms plotseling de zon door het kruinendak en lijkt alles ineens van goud.
Voorlopig ben ik de jungle nog niet uit en geniet ik van het groen. In blijde afwachting van de bosrand en het uitzicht daar.
Inmiddels lukt het me steeds beter om trouw te blijven aan mezelf. Ik durf mijn eigen weg te zoeken al voelt het soms alsof ik met een kapmes een overwoekerd junglepad moet zien te vinden. Een junglepad waarvan ik überhaupt niet weet waar het heen leidt. Af en toe springt er een aap op mijn schouder die me in mijn oor fluistert dat ik de verkeerde kant op ga. Of ik struikel over een boomwortel en val plat op mijn gezicht in de modder. Het valt niet mee om te blijven geloven dat het goed komt. Of om rust te vinden in de gedachte dat het, ook nu al, goed is. Eenzaam is de tocht ook. Ik kan erover praten met vrienden, maar het blijft míjn reis. Toch heeft dat ook iets moois: ik ben de enige die dit specifieke pad aflegt. En onderweg schijnt soms plotseling de zon door het kruinendak en lijkt alles ineens van goud.
Voorlopig ben ik de jungle nog niet uit en geniet ik van het groen. In blijde afwachting van de bosrand en het uitzicht daar.
Abonneren op:
Posts (Atom)